page: '43' Drum of Drake
 
 
 
 

Denemarken 2021 DEEL 1

Voorbereiding Oktober 2020 – mei 2021

In het vooruitzicht van onze reis deze zomer, hebben we onze Drum of Drake een nieuw jasje gegeven: de kuip, gieken en gaffels hebben we met liefde herschilderd. De boot kreeg een nieuw middenzeil, spikspinternieuwe bomen om de zeilen open te houden en andere vernieuwingen voor nog meer comfort en grotere performantie.

De laatste karweitjes worden nog geklaard en de winterkap mag er eindelijk af.

2 juni

Danmark, here we come!  

We slaan proviand in voor 4 dagen en verdelen dit over de vele opslagplaatsen onder de vloer. Aan drank geen tekort. Die gaat in de ‘bar’.

3-5 juni

We vertrekken uit Nieuwpoort, langs de Noordzee en varen voorbij Cadzand, Kijkduin naar Vlieland. Ons eerste doel: Cuxhaven (Duitsland).

Olivier Gemoets, Pascale Smets en Olivier Bucheli (de Zwitserse vriend van Pascale) zijn onze crew voor de eerste 10 dagen.

Er staat ons een eerste trip van 320 mijl te wachten. Aan een gemiddelde van 5 knopen zal dit ongeveer 65 uur duren.

De wachtronde wordt opgesteld van overdag 4u op en 4u af. ’s Nachts gaan we over van 3u op en 3u af.

Overdag draagt een zachte zuidwestenwind van 10-15 knopen ons in de goede richting.

De verwachtingen zijn echter niet zo rooskleurig. Rond 22u zou de wind minderen naar 2 Bf.

En zo geschiedt het ook …

Om 23u zijn we tegen onze zin verplicht de motor aan te zetten. Die gaat niet meer uit tot we ter hoogte van Vlieland zijn op vrijdag rond 18u.

De weerberichten gaan van kwaad naar erger. Niet alleen is de wind naar het noorden gedraaid, pal in de kop dus, maar er wordt regen voorspeld voor de nacht. We besluiten in de haven van Vlieland te gaan schuilen.

Maar dan steekt plots een dikke mist op. Bucheli (we verkiezen zijn familienaam om onderscheid te maken met Olivier Gemoets) staat aan de boeg om elke minuut op z’n toeter te blazen, zodat een mogelijks voorbijvarende boot ons zou kunnen horen. Pascale duidt ondertussen elk voorwerp aan dat ze door de mist heen vanop een 20-tal meter kan detecteren. Zo laveren we tussen de rode en de groene boeien door die ons naar de haven van Vlieland leiden. We leggen aan tegen een grote woonboot die vroeger een visserszeilschip was, want de haven zit propvol. We zijn duidelijk niet de enigen die dit weer willen mijden.

’s Nachts gaan de hemelsluizen open boven onze Drum. Wat zijn we blij dat we voor een tussenstop hebben gekozen. De nachtwachten en het koude weer wegen toch al een beetje door.

Zaterdag houden we een rustdag, want de wind blaast nog altijd uit de verkeerde richting. We maken een gezellige wandeling tot aan de vuurtoren, waar we een overweldigend zicht hebben over het eiland en de zee. De terugweg gaat door de winkelstraat met haar typische, gezellige winkeltjes.

6-7 juni

We besluiten verder te varen naar Cuxhaven en vertrekken rond 10u voor een tocht van de resterende 170 mijl. Ditmaal komt de wind uit het noord – noordwesten, 10 à 15 knopen. Een heerlijke zeiltocht van 26 uur tot in Cuxhaven.  Dit was dus een gemiddelde van 6-7 knopen.
Cuxhaven is geen mooie haven, maar we zijn toch blij om een warme douche te kunnen nemen. Deze nacht was namelijk vochtig en meer dan fris…

Bucheli maakt ons een lekker Zwitsers pastagerecht klaar met spek, ui en véééél Zwitserse kaas. Eén ding is zeker: na 26 uur op zee smaakt élk gerecht heerlijk!

8 juni

Om 7u springen we uit de veren om het getij mee te hebben. De Elbe heeft een groot debiet en de stroming kan tot 4-5 knopen oplopen. Dus heb je die beter mee dan tegen. De wind heeft vandaag niet zoveel zin om te blazen. Het gevaar van de ‘Duitse bocht’ blijft dus uit. We hebben een vlakke zee en geraken makkelijk de sluis in.

Na de sluis varen we het zonovergoten, windstille kanaal van Kiel op. Daar kunnen we niet zeilen, want er halen ons nogal veel grote containerschepen in. De 24°C maakt het geluid van de motor wel dragelijk. De zwanenfamilies en mooie groene oevers glijden ons voorbij. Het is plots een heel andere omgeving dan op zee.

Halverwege het kanaal stoppen we om te overnachten in Rendsburg, een klein gezellig haventje. De Duitse havenmeesteres met haar lange blonde haren keurt de boot en onze aanwezigheid goed en we genieten met volle teugen van een rustgevende nacht.

9 juni

Onze volgende haven is Labœ. De eerste haven in de Oostzee. We leggen ons aan de kaai naast het strand. Daar de overheid ons de stuipen op het lijf jaagt in verband met de Covid-maatregelen, en dat onze PCR-test reeds meerdere dagen vervallen is, laten we voor alle zekerheid een sneltest uitvoeren die men hier gratis op alle hoeken van de straat kan krijgen. Niemand vraagt ernaar, maar zo zijn we toch in orde.

’s Avonds beslissen we een restaurantje op te zoeken. De cocktail smaakt heerlijk, maar de pizza is maar matig lekker (in vergelijking met wat de Oliviers ons deze week op de boot reeds hebben geserveerd).

Op het strand staan leuke strandstoelen die netjes genummerd, maar niet geordend, door elkaar staan. Vind de jouwe maar eens terug... Wel een heel pittoresk zicht.

We sluiten de dag af met een leuk pokerspel met veel liegen en gokken.

10 juni

Op naar Denemarken. We steken de grens over en onze eerste haven is Bagenkop. De rode huisjes lachen ons reeds van ver toe. Het geeft ons  onmiddellijk een Deense indruk. Het haventje ligt er bijna verlaten bij, uitgezonderd een paar vissersbootjes. Dus kiezen we de mooiste aanlegplaats uit en maken een mooie wandeling. Nadien nemen we een duik in het frisse (lees: koude) water.

Even later komt een legerschip aan de steiger naast ons aanleggen. Wat de bedoeling juist is, is ons een raadsel. Ze laten de motor draaien. Daardoor worden de algen losgewoeld, met alle stank van dien… en om 5u ’s morgens vertrekken ze alweer.

Jammer, want dit is écht een mooi haventje.

11-12 juni

We verwachten dat de wind de 2 volgende dagen hard zal waaien. We besluiten naar het klein privé-eilandje Verjø te gaan en er 2 nachten te blijven om te genieten van de mooie natuur. Het enige wat er op dit eiland is, is een haventje met heel nette sanitair voor een 30-tal boten (waar er maar 5 aangemeerd liggen), een restaurant en feestzaal voor incentives, huwelijken of andere grote feesten, met bijhorende slaapgelegenheden. Waarschijnlijk enkel voor de happy few, want er is ook een landingsbaan voor vliegtuigen en helikopters. Maar verder is er niets, behalve een prachtige natuur. Gedurende de wandeling zien we reeën, konijnen, fazanten, zwanen en nog veel meer dieren in het wild. 

Rond de haven staan een paar barbecuestellen. Daar maken we gretig gebruik van en genieten we van de warmte van het kampvuur. Als we zo voort doen, worden we zéker 100 jaar!

13 juni

Aan alle mooie dingen komt een eind. Vandaag varen we naar Vordingborg. De wind volgt ons en duwt ons flink vooruit. Het aanleggen in deze haven is geen sinecure, smal en aan hoger wal. Maar niet gaan bestaat niet, moeilijk gaan zeker wel… In Vordingborg staat nog de ruïne van een omwalde muur met heel veel groene natuur errond, met kasten van villa’s ertussen.

Om de laatste avond voor Pascale en Olivier Bucheli af te sluiten vooraleer Pascale terug naar België en Olivier terug naar Zwitserland reizen, besluiten we naar het Chinese restaurant aan de haven te gaan, waar we heerlijk eten. Terug op de boot wagen we ons nog aan een spelletje poker, om het af te leren…

14 juni

De trein van Pascale en Olivier Bucheli vertrekt om 7u15. Dus staan we allemaal op om hen uit te wuiven. We zullen ze missen…

2 uur later gooien we, enkel met Olivier Gemoets, de trossen los en varen verder richting Rødvig. Deze kleine haven zit propvol. We leggen aan op een vrijstaande steiger waar “reserviert” op staat. Ed gaat naar de havenmeester om te vragen of we daar mogen blijven liggen. Hij komt terug met grote passen. Oei! Dit ziet er niet goed uit. De Havenmeester heeft hem blijkbaar gevraagd of hij niet kan lezen en dat we daar zéker niet mogen blijven liggen, maar ons wel achter een grote werkboot kunnen aanleggen… Dat is genoeg om onmiddellijk te vertrekken. Daar betalen we niet voor.

Het probleem is dat er geen andere haven in de onmiddellijke omgeving is. Geen nood, op 10 mijl is een ankerplaats in de baai van Fedgård, waar we met plezier naartoe zeilen. Oliver geniet, nadat hij voor ons een lekker avondmaal gemaakt heeft, van zijn voetbal.
Het wordt een zwoele avond, met prachtige zonsondergang. Zàlig!

15-17 juni

Vandaag staat Kopenhagen op de lijst, waar we 3 nachten zullen blijven.
Bij het binnenvaren van de haven vallen de in verschillende kleuren geschilderde huizen op. Het geeft een zeer speelse blik op de stad.

We beginnen ons bezoek aan Kopenhagen met de zogenaamde ‘vrijstad Christiania’. Dit is een alternatieve wijk, waar vroeger hippies, alternatievelingen en daklozen de huizen kraakten en er bleven wonen. Er wordt ons aangeraden om deze wijk niet ’s avonds te bezoeken. Bij aankomst verstaan we wel waarom. Onmiddellijk wordt er ons cannabis aangeboden. Dit wordt door de lokale autoriteiten gedoogd. Harddrugs zijn er verboden. De muren van de gekraakte woningen zijn beschilderd met graffiti en op het ‘marktje’ worden alternatieve kleding en prularia verkocht. Het stadsbestuur probeert er al jaren de krakers te verwijderen om er woningen te bouwen. Maar tot nu toe zonder succes. Het minste dat men kan zeggen is dat er een speciale sfeer heerst.

Daarna gaan we op zoek naar een ‘tourist information’. ‘GoogleMaps’ stuurt ons daarvoor naar het station. Na een heel eind gewandeld te hebben, komen we daar aan. Je raadt het nooit: gesloten wegens Corona! Dan maar terug naar de boot.  Bijna aangekomen trekt Ed zijn stoute schoenen aan en gaat een hotel binnen om te vragen of ze daar soms een plan hebben van de stad. De receptioniste is supervriendelijk en toont hem zelfs op de kaart wat we allemaal kunnen bezoeken.

Op donderdag is Olivier Gemoets ook genoodzaakt huiswaarts te keren. Het werk roept hem terug. We zwaaien hem uit en blijven dus met ons tweeën achter. Nu hebben we plaats zat op de boot, maar missen onze vrienden toch.

De volgende dag halen we de fietsen uit de boot. Kopenhagen is écht een fietsstad en zo kunnen we veel meer zien en bezoeken.

Kopenhagen museum, Royal suites en gebouwen met groen-koperen daken zijn prachtig.

Dan zijn we toch ook maar naar het meerminnetje gaan kijken. Ze zit er nog altijd even gracieus en mooi te wezen.

In zo’n grote stad is er steeds veel animo. Er zijn veel toeristen-bootjes, zoals een vierkant gemotoriseerd ponton met opschrift ‘titonic’. Deze is bemand met jonge gasten die goed kunnen feest vieren. Wanneer zij onze boot voorbij varen wijst Ed hen dat een gin-tonic hem ook wel zou smaken. Spontaan krijgen wij 2 speciale ti-tonics met appel en limoensmaak. Een top avond!

Geloof het of niet, maar wij wisten écht niet dat de Belgen tegen de Denen zouden voetballen in Kopenhagen. De stad is overrompeld door Belgen en Denen in voetbalfeestoutfit. Na de match is het toch opvallend stil op de boten rond ons… hmmm wie heeft er gewonnen? Wij hebben onze Belgische vlag wel binnengehaald. Men weet nooit hoe supporters kunnen reageren. Maar alles blijft rustig, buiten enkele feestvierende Belgen na die tot in de vroege uurtjes feest blijven vieren.